Wat is mijn woning waard? 
Wanneer je een bedrijfsruimte gaat verhuren, is het belangrijk om een goede huurovereenkomst op te stellen waarin de rechten en plichten van zowel de huurder als de verhuurder helder in omschreven staan. Dit is waar je op moet letten.
Laten we beginnen met de standaardonderdelen van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimten. Vanzelfsprekend vermeld je hierin de gegevens van de huurder en verhuurder, om welke ruimte het exact gaat, wat de huurprijs is, wie de service- en energiekosten en gemeentebelastingen betaalt en wie het onderhoud op zich neemt.
Daarnaast neem je de looptijd en opzegtermijn in de huurovereenkomst op. Deze mag je niet zomaar zelf bepalen. Hierbij dien je rekening te houden met het soort bedrijfsruimte dat je gaat verhuren en/of waar jouw huurder deze voor gaat gebruiken. Gaat het om een middenstandsbedrijfsruimte (290) of een overige bedrijfsruimte (230)?
Hoe zat het ook alweer met dat verschil? Het belangrijkste om te weten, is dat een 290-bedrijfsruimte – dat kan een heel gebouw zijn of een deel daarvan – publiek toegankelijk is en het product of de dienst van de huurder daar ter plekke geleverd/verkocht wordt. Denk aan een winkel, horeca of ambachtsbedrijf. Alle overige bedrijfsruimten vallen onder de 230-bedrijfsruimten.
Het maakt nogal een verschil of je een huurovereenkomst opstelt voor een 230- of een 290-bedrijfsruimte. Een 290-bedrijfsruimte wordt namelijk door de wet flink beschermt. De reden hiervoor is dat klanten naar deze bedrijfsruimte toe komen, deze plek gewend zijn en een verhuizing ervan dus gevolgen kan hebben voor de business van de huurder. De wet beschermt de huurder daarom tegen een gedwongen verhuizing.
Bij een 290-bedrijfsruimte is dan ook dwingend recht van toepassing. Dat is wettelijke regelgeving waarvan je in de huurovereenkomst niet mag afwijken. Zo dien je je aan de huurtermijnen uit de wet te houden. Deze schrijven voor dat de eerste huurtermijn normaliter 5 jaar dient te zijn en dat deze automatisch met vijf jaar wordt verlengd wanneer er na die eerste termijn niet wordt opgezegd. Het komt (vaak bij starters) ook voor dat er een kortere eerste termijn wordt afgesproken. Zodra die is afgelopen, geldt wel de verlenging van 5 jaar.
Opzegmogelijkheden bij een huurovereenkomst voor 290-bedrijfsruimten zijn bovendien beperkt. Zowel de huurder als verhuurder kan de huur alleen opzeggen bij het einde van de overeengekomen duur van het contract en onder vermelding van de reden van opzegging.
Bij 230-bedrijfsruimten geldt semi-dwingend recht. Dat wil zeggen dat je van de wet mag afwijken tenzij dit ten nadele van de huurder is. Bij een 230-bedrijfsruimte geldt onder meer geen verplichte huurtermijn, dus ook beperkte huurtermijnen zijn mogelijk. Ook de opzegmogelijkheden zijn ruimer dan die bij 290-bedrijfsruimten. Wil je de huurovereenkomst tussentijds stopzetten, dan kan dat. De huurder kan echter wel, onder het mom van ontruimingsbescherming, bij de rechter om 1 jaar uitstel vragen.
Bovenstaande wil echter niet zeggen dat je bij een 230-bedrijfsruimte geen strikte afspraken met je huurder kan maken. Het staat je vrij om de strengere 290-regels voor bijvoorbeeld opzegmogelijkheden af te spreken in jouw huurovereenkomst voor een 230-bedrijfsruimte.
Tot slot kun je in de huurovereenkomst opnemen of je de bedrijfsruimte met of zonder btw verhuurt. In principe is de huur van bedrijfsruimte vrijgesteld van btw, maar voor sommige ondernemers pakt het gunstiger uit wanneer ze wel btw betalen. Je kunt dan samen in de huurovereenkomst opnemen dat de huur met btw belast wordt.
Heb je nog vragen over het opstellen van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte? Of wil je daarin graag ontzorgd worden? Neem contact met ons op. We helpen je graag!
Terug naar overzicht
